Een van onze grootste behoeftes als menselijk wezen is ondersteuning. Of dat nou op creatief vlak is, het kiezen van een nieuwe baan, je persoonlijke ontwikkeling, de kleurkeuze van je slaapkamer, je huiswerk, je keuzes, het maakt eigenlijk niet zoveel uit waar precies bij. We hebben een chronische behoefte om ons gesteund te voelen in ons bestaan. We willen graag erkenning vinden voor de pogingen die we ondernemen, voor onze inspanningen en natuurlijk ook voor onze prestaties en overwinningen. En misschien nog wel belangrijker; we hunkeren naar erkenning, zeker als onze inspanningen en overwinningen uitblijven.
Ideaal gezien zouden we in ons leven al vanaf baby af aan gesteund, gevoed en aangemoedigd worden door andere mensen die ons alle goeds van de wereld wensen. Helaas hebben vele van ons daar andere ervaringen mee. Zelfs al hebben we een gelukkige en ongeschonden jeugd gehad waarin we alle steun en vertrouwen van onze liefhebbende ouders hebben gehad, iedereen herinnert zich nog wel die pestkop, die stinkende tante, die gemene docent of wie dan ook ergens in jouw leven een aantasting heeft gedaan op jouw zelfbeeld.
Hoe meer je van dit soort ervaringen in je leven meemaakt, zeker als ze al vroeg in je leven beginnen, hoe meer kans dat jij die negatieve uitingen en angsten van anderen gaat aannemen als die van jezelf. Al die negatieve uitingen klompen samen tot eenzelfde stemgeluid; die van jouw innerlijke Criticus. Hoe harder die stem, hoe groter jouw angst om te falen. En die angst houdt je geblokkeerd. EN DAT IS NIET JOUW SCHULD. Laten we daar even duidelijk over zijn. Het vraagt nogal een krachtig ego om tegen een negatief dominerend persoon te zeggen: “He, wacht eens eventjes! Ik ben wel goed ( lief, leuk, mooi, slim, waardig e.d.) !”
‘We hebben leren geloven dat negatief gelijk staat aan realistisch en positief aan onrealistisch’. – Susan Jeffers
Daardoor zijn we veel eerder geneigd het negatieve te geloven en het positieve als onwaar aan te nemen. Daarnaast zijn we heel erg geneigd om ons eigenwaarde af te laten hangen van de meningen van anderen. Waarbij dus de negatieve meningen van anderen eerder zullen blijven hangen.
In een vorige oefening hebben we onze Innerlijke Criticus vorm gegeven, om deze los te koppelen van jezelf. Om een gesprek mee te kunnen voeren, zoals je met een ander persoon zou kunnen hebben, een ander dan jezelf. En om dat vreselijk negatieve wezen de mond te snoeren.
Met deze oefening gaan we wederom iets in beeld brengen. We gaan vorm geven aan hetgeen in jouw wat juist verzorgd moet worden, wat gesteund moet worden en gevoed moet worden. Veelal vinden we onszelf niet direct reden genoeg om voor te zorgen en te voeden. We doen dit voornamelijk voor anderen. Of om het beeld wat anderen van ons hebben niet te beschadigen. Of we zorgen letterlijk meer voor anderen dan voor onszelf. Door hetgeen wat bij jou extra aandacht en genegenheid nodig heeft te verbeelden als ‘iemand’ maak je het tastbaarder, echter en wordt het daardoor voornamer en wellicht makkelijk om voor te zorgen. Net als bij de verbeelding van de Innerlijke Criticus geeft het de mogelijkheid er een gesprek mee te voeren en in dit geval in plaats van de mond te snoeren, het juist te voeden.
Zie hetgeen wat in jouw geblokkeerd is, beschadigd of aangetast is als een kind. Waarom een kind? Om verschillende redenen:
- Hetgeen van bij jou aangetast of geblokkeerd is moet opnieuw geleerd worden. Is je vertrouwen bijvoorbeeld aangetast, dan zal je moeten leren vertrouwen. Durf je niet naar buiten, dan zal je moeten leren naar buiten te gaan. Stapje voor stapje, met vallen en opstaan, zoals een kind leert lopen. Een kind dat leert lopen veroordelen we niet. We zien dat als iets normaal, als iets wat erbij hoort. Het is belangrijk zo naar je eigen proces te kijken. Het is normaal dat je onderuit gaat, dat je weer op moet klauteren, dat je hetgeen opnieuw moet leren, dat je wiebelt, soms lacht, soms huilt en soms in je broek poept van angst ( hoe abnormaal hetgeen ook kan zijn waardoor je bent aangetast of geblokkeerd. Dat staat er los van.)
- Een kind heeft verzorging nodig, ondersteuning nodig, voeding nodig, aandacht nodig. Door het stuk wat jouw blokkeert als een kind te zien ga je het de aandacht, voeding en ondersteuning geven die het nodig heeft.
- Het is belangrijk om een echte relatie aan te gaan met je herstel. En om een echte relatie ergens mee aan te gaan moeten we tijd en zorg besteden aan die relatie. Door jouw blokkade te verbeelden als persoon kan je er makkelijker een relatie mee aangaan.
- Om een echte relatie aan te gaan is 1 op 1 tijd doorbrengen met elkaar belangrijk om een open verbinding aan te gaan.
- Het is makkelijker om naar een kind te luisteren dan naar jezelf. Leer luisteren naar dat kind. Het zal je vertellen wat je nodig hebt.
- We willen groots zijn, liefst meteen, maar dat is niet de manier waarop herstel in zijn werk gaat. Het is onhandig, verkennend, soms zelf gĂȘnant proces. Herstel begint klein, als een onhandig, verkennend kind.
Bedenk dat hetgeen wat geblokkeerd is een kind is. Vind en bescherm dat kind. Leren jezelf te laten herstellen is als leren lopen. Het kind begint met kruipen. De volgende fase is die van de babystapjes, waarbij vallen onvermijdelijk is. Bij het herstel van onze blokkades is het nodig zacht en langzaam te werk te gaan. We zijn hier bezig wonden te helen, geen nieuwe te maken. Niet te hoog springen alsjeblieft! Struikelen is normaal – het zijn babystapjes. Vooruitgang, geen volmaaktheid, is wat we van onszelf moeten vragen.
Geef jezelf toestemming om een beginner te zijn.
1: Hoe ziet jouw innerlijke Kind eruit?
De oefening ziet er ongeveer hetzelfde uit als de oefening van de innerlijke Criticus.
Doe je ogen dicht of staat naar het plafond. Denk aan hetgeen wat in jou geblokkeerd is. Bijvoorbeeld je vertrouwen dat beschadigd is, of aan de angst om naar buiten te gaan. Vraag jezelf af: Hoe zou een kind dat niemand vertrouwd eruit zien? Of hoe zou een kind eruit zien dat niet naar buiten durft? Vul dan alleen jouw blokkade daarvoor in. Het beeld wat je nu voor je ziet is jou beschadigde innerlijke Kind.
Stel je nu het Kind voor in een andere situatie. Laat het kruipen, lachen, zandkastelen bouwen, wiebelen, in bomen klimmen, dansen enzovoort. Bedenk wat voor kleding het aanheeft, welke schoentjes, draagt het een hoedje? Houd het beeld van een nieuwsgierig onderzoekend Kind vast.
2: Verbeeld jouw innerlijke Kind
Dat nieuwsgierige, onderzoekende Kind gaan we verbeelden. Je bent al niewsgierig en onderzoekend bezig naar hoe jouw innerlijk Kind eruit ziet, door hier nu mee bezig te zijn en dat is een geweldige stap! Dit willen we vasthouden door het beeld aan het innerlijke Kind te koppelen.
Je kan het beeld gaan schetsen of schilderen, je kan er een collage van maken, je kan zelfs een foto van jezelf als kind gebruiken. Nogmaals, het is jouw proces.
3: Versier het beeld
Als je jouw innerlijke Kind hebt verbeeld ga je de rest eromheen versieren. Hoe die versieringen eruit zien mag je helemaal zelf bepalen maar laat erin blijven dat het Kind geliefd is, verzorgd wordt, gesteund wordt, gevoed wordt. Dat jij er voor het Kind bent en jullie samen, hand in hand, deze nieuwe weg gaan bewandelen.
Succes! Wil je dat ik meekijk? Wil je sparren of even je ei kwijt? Dan weet je me te vinden!
Liefs, Sanne